Els Reeuwijk & Niels Langhout
Technologie in de ouderenzorg
Els Reeuwijk is een van de eerste lichting Technisch Geneeskundigen en heeft sinds 2010 ervaring opgedaan in de zorg. Haar passie voor zorginnovatie en zorgtransitie is hier aangewakkerd. Ze heeft zorginnovatie vanuit alle vier de aspecten van de Quadruple Helix gezien en heeft ervaring opgedaan vanuit het academische landschap, bedrijfsmatig, overheid en vanuit de zorg zelf. Door haar brede ervaring kan ze de juiste randvoorwaarden creëren en de juiste samenwerking organiseren om zorginnovatie te laten floreren. Niels Langhout is technisch geneeskundige en specialist ouderengeneeskunde in de Geriatrische Revalidatie bij Topaz en bij GeriCall in de spoedzorg voor ouderen.
In deze sessie zullen Els en Niels inspireren over de mogelijkheden die er zijn in de extramurale zorg voor technisch geneeskundigen, zoals de ouderenzorg. Het nieuwe Integraal Zorg Akkoord vraagt om meer samenwerken over de domeinen heen, waarbij de focus ligt op preventie, gepaste zorg en digitale innovatie. In nieuwe samenwerkingen over die nieuwe domeinen heen ontstaan nieuwe zorgprocessen die ondersteund moeten worden met nieuwe oplossingen. En die vervolgens met veranderkracht geïmplementeerd moeten worden. In 2040 is 1 op de 3 ouder dan 80+. Ouderenzorg is daarmee het domein waarin de zorgtransitie volop speelt en die alle denkkracht nodig heeft. Ouderenzorg klinkt niet high-tech en is dat vaak ook niet. Al jaren is het grote probleem in de zorg de vergrijzing. We merken dat dagelijks door een steeds nijpender personeelstekort, in alle sectoren van de zorg. Het inzetten van technologie zou een oplossing kunnen zijn om grote personeelsproblemen het hoofd te bieden. Maar zien we het echt zitten om uit bed geholpen te worden door een robot en onze steunkousen aan te krijgen vanuit een automatische kousenspanner? Weinig mensen die daar van dromen.
Waar wij onze aandacht op kunnen richten is inzet van zorg op het juiste moment, het voorkomen van escalatie (preventie) en optimale ondersteuning van de hulpverlener. Het voorspellen van zorgvraag, duidelijk krijgen bij wie antibiotica aanslaat en wie uiteindelijk wordt ingestuurd, nieuwe neurologische uitval of gedragsveranderingen signaleren, of specifieke kennis op het juiste moment delen wordt al snel hoog technologisch.


Meike van Wijk
MRI-geleide holmium radioembolisatie: een samenwerking tussen de interventieradiologie, nucleaire- en technische geneeskunde.
Transarteriele radioembolisatie (TARE) is een therapie voor levermaligniteiten waarbij arterieel bèta stralende microsferen wordt toegediend aan de lever om lokaal weefselbeschadiging te induceren. Het is een therapie waarbij nauw samengewerkt wordt door de interventieradioloog en de nucleair geneeskundige, in het bepalen van toedienposities van de radioactieve microsferen en de toe te dienen dosis. TARE heeft in het afgelopen decennium een vlucht genomen wat betreft toepassing bij verschillende patiëntengroepen en ontwikkelingen van de techniek zelf. Hieraan ten grondslag ligt de ontwikkeling van microsferen met het isotoop holmium-166, welke naast een therapeutisch effect ook nucleaire beeldvorming met SPECT, MRI en CT mogelijk maken om de behandeling te evalueren. In lopende klinische studies wordt nucleaire beeldvorming met MRI zelfs gebruikt om al tijdens de behandeling de microsfeerverdeling in beeld te brengen en zo de behandeling te optimaliseren voor de individuele patiënt. Een heel nieuw en zeer multidisciplinair veld waarin ook een rol voor de technisch geneeskundige is weggelegd. De sessie zal ingaan op de huidige en toekomstige toepassingen van holmium radioembolisatie, andere holmium therapieën en het multidisciplinaire aspect van deze therapie.
Meike van Wijk studeerde in 2021 af met een thesis getiteld “Optimized MRI techniques for image-guided 166Ho radioembolization”. Tijdens het tweede masterjaar kwam ze in aanraking met holmium-166 radioembolisatie tijdens een stage in Utrecht, wat leidde tot een bedrijfsstage bij de producent van de microsferen en een afstudeerstage in Nijmegen. Hier werkt ze nu verder aan MRI-geleide holmium radioembolisatie in de vorm van een PhD, waarbij zowel de technische optimalisaties als de klinische implementatie de hoofdrol hebben.

3D lab sessie 2
Werkveld 3D labs
De klinische inzet van 3D technologie groeit constant en in alle richtingen. In deze sessie zullen drie medisch specialisten vertellen over hun samenwerking collega’s van hun medisch 3Dlabs. Laat je inspireren door drie praatjes vanuit trauma chirurgie, orthopedie en cardiologie uit zowel academische ziekenhuizen als niet-academische ziekenhuizen. De organisatie van deze sessie is ondersteund door enkele medische 3D labs in Nederland.
Charlotte Lameijer
3D toepassingen voor complexe bovenste extremiteitletsels
Charlotte Lameijer (MD PhD) is traumachirurg in het Amsterdam UMC. Naast acute zorg voor ernstig gewonde patiënten, is haar passie het behandelen van complexe letsels van de bovenste extremiteit. 3D technieken zijn in haar optiek de toekomst voor optimaliseren van de uitkomst na deze letsels. Naast haar klinische werk, komt dit onder andere tot uiting door haar inzet om 3D experts in het Amsterdam UMC te vereniging. Ook coördineert ze meerdere onderzoekslijnen op gebied van complex bovenste extremiteitletsel waarin 3D en 4D technieken worden onderzocht.
Jorm Nellensteijn
3D lab in de orthopedische praktijk
Jorm Nellensteijn orthopedisch chirurg in Medisch Spectrum Twente met als specialisatie heup- en bekken gerelateerde klachten en traumatologie. Vanaf het begin van de oprichting van het 3Dlab MST is hij vanuit de klinische kant betrokken geweest en inmiddels een van de grootgebruikers van het medisch 3D lab. Hij is bestuurslid van de recent opgerichte 3D taskforce van de Nederlandse Orthopedische Vereniging.
Coert Kok & Masu de Ridder
3D-geprinte zichtmodellen voor cardiothoracale interventies.
Coert Kok is in opleiding tot hartchirurg in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) te Amsterdam. Hij heeft een interesse in nieuwe technieken en vindt het interessant om te kijken of ze van toegevoegde waarde zijn voor de klinische praktijk. Momenteel wordt in het OLVG toegevoegde waarde van 3D prints van aorta’s onderzocht bij aneurysma patiënten die een operatie krijgen aan de aortaboog. Dit om zo goed mogelijk voorbereid aan de operatie te beginnen. Coert werkt hiermee samen met Masu de Ridder. Masu is zowel werkzaam als klinisch Technoloog bij het 3D-innovatielab als bij de mammapoli van OLVG. Binnen haar rol bij het 3D-lab coördineert ze verschillende studies, bij o.a. de Mond- Kaak- en Aangezichtspoli en de cardiothoracale chirurgie. Hierbij gaat ze ook na wat de nauwkeurigheid van de modellen is evenals de waarde die het heeft voor de chirurg en patiënt.



